Zij waren één van hart en één van ziel

Samenvatting van de inleiding door Hedy de Groot

Inleiding op 13 maart 2004 door Joop Smit OSA over de tekst uit Handelingen 4,32: “Zij waren één van hart en één van ziel …”.
Joop Smit besprak deze tekst, gezien vanuit het Lucas-evangelie. Hij liet zien dat Augustinus diverse teksten uit Handelingen had gebruikt als uitgangspunt voor zijn Regel en gaf hierop een helder toelichting. In Hand. 2,41-47 is te lezen dat de discipelen zich trouw wijdden aan:

  • de leer- en getuigenis deden van het voorbeeld van Jezus
  • de gemeenschap: zowel het geestelijk als het materieel aspect – deze horen volgens Lucas bij elkaar. Bezit is er om gedeeld te worden. Zij bleven bijeen en bezaten alles gemeenschappelijk.
  • het breken van het brood – Hierover wordt op diverse plaatsen in het evangelie verteld, zoals bijv. bij het laatste avondmaal en bij de Emmausgangers. Jezus komt in naam van God leven geven aan de mensen. De discipelen zetten dit ritueel van leven ontvangen en leven doorgeven voort en maken hierdoor Jezus’dood zinvol.
  • het gebed – Joop Smit laat zien dat er geen sprake is van een breuk in de godsdienstige traditie: Men (ook Jezus)
    bleef aan de tempeldienst meedoen; de gemeente bleef ingebed in het Joodse religieuze leven. Een aantal van de in katholieke gebedsdiensten gebruikte liederen zoals het Magnificat, het lied van Zacharias enz. komen uit de Joodse traditie (de psalmen). De gemeente zag de beloften die aan Abraham gedaan zijn nu in vervulling gaan; men zag dit als een doorgaande lijn. Uit de behandelde teksten komt het begrip saamhorigheid het sterkst naar voren. Of, zoals Joop het zo mooi benoemde: union d’esprit. Augustinus heeft dit ook als invalshoek gekozen en het werkt ook nu nog door.