Augustinus bezoekt de lagere school in Thagaste

Algemeen
De eerste afbeelding is een groot rechthoekig tafereel, dat uit twee simultaanscènes bestaat. Links zien we hoe de ouders van Augustinus, Patricius en Monica, hun zoon komen aanmelden en overdragen aan een bebaarde leermeester. De geloofsovertuiging van beide ouders is verschillend. Monica is katholiek (en eeuwen later heilig verklaard, vandaar de aureool), Patricius is niet gelovig. Beide ouders stralen in hun gelaatsuitdrukking en hun gebarentaal drukt liefdevolle zorgzaamheid uit. Monica wijst met haar linkerhand naar haar zoon; Patricius vraagt met zijn linkerhand om bescherming. De figuren achter de ouders zijn, vanwege de gebonden groepsopstelling, waarschijnlijk familieleden van de ouders. En de kleine Augustinus? Dat is een keurige jongen. Netjes gekleed en goed gekamd, laat hij met zijn armen over elkaar zien hoe braaf hij is. Aan de rechterzijde van de afbeelding wordt een van oudsher bekend didactisch principe uitgebeeld: “Wie goed zijn best doet wordt beloond; wie dat niet doet wordt gestraft.” Dezelfde leermeester hanteert hier met de ene hand de zweep om de blote billen van een deugniet (gedragen door een oudere leerling) te bewerken en met de andere hand wijst hij op de kleine Augustinus, die wel ijverig heeft gewerkt. Hij loopt met zijn leermeester mee en op een kleine lei laat hij aan ons zien dat hij de letters van het alfabet onder de knie heeft.

Specifiek
De school, onder de bogen van de open loggia, laat nog een didactisch principe zien: “De oudere helpt de jongere.” Op drie plaatsen wordt getoond hoe de ene leerling de andere op weg helpt met lezen en schrijven. Het geheel speelt zich af binnen een gefantaseerde architectonische omgeving, geïnspireerd op gebouwen uit Florence en Rome. De bouwkundige achtergrond bevat voor Gozzoli de nodige lijnperspectivische uitdagingen. Heel fraai is het doorkijkje naar de stadspoort, waar het lijkt alsof de poortwachter met zijn hond een (blote) duivelachtige figuur de toegang weigert: suggereert dat doorkijkje een verwijzing naar het uitbannen van het kwaad of het weren van een gevaarlijke ziekte zoals de pest? Het laatste lijkt het aannemelijkst vanwege de actuele situatie in San Gimignano. Het feit dat deze kleine scène op het vluchtpunt van het centraalperspectief staat, wijst erop dat Gozzoli er veel belang aan hechtte. Compositorisch heeft Gozzoli een zekere harmonie bereikt door de massa’s van de twee scènes met elkaar in evenwicht te brengen. Terwijl de linkergroep compact en verticaal is opgesteld (de verticaliteit wordt in het gebouw erachter doorgezet) is de rechtergroep meer verspreid en horizontaal gericht, zoals ook de gebouwen erachter. Aan die uitwerking is de hand van de meester te herkennen; niet aan de uitvoering, want die liet hij in dit geval over aan een van zijn medewerkers, Piero Francesco Fiorentino.

Tekst : drs. Ger Jacobs
Foto’s : Jan van Lierop, Ger Jacobs, Jan-Martijn van der Werf.
Met dank aan de augustijnen in San Gimignano.

Terug